Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], David dan zeide tot zijn mannen: Een iegelijk gorde zijn zwaard aan. Toen gordde een iegelijk zijn zwaard aan, en David gordde ook zijn zwaard aan; en zij togen op achter David, omtrent vierhonderd man, en daar bleven er tweehonderd bij het [21]gereedschap. 21. Hebreeuws, vaten; dat is gereedschap, bagage, tuig of tros, gelijk boven, hfdst.17 vs.22.